Martin van den Brink:
‘Het eerste jaar kreeg ik echt begeleiding
van alle kanten’
Functie: Docent Praktijkonderwijs
Achtergrond: Pabo en cursuscoördinator bij de KNHS
Groot en klein tegelijkertijd
‘De Meerwaarde is een grote school. Maar al na een week weet je precies waar je moet zijn. Dat komt omdat elke opleiding zijn eigen afdeling heeft. We hebben dus eigenlijk meerdere kleine schooltjes in één grote. En dat is niet alleen heel handig met zoeken naar je klassen, maar ook heel fijn werken met je team.’
Persoonlijke begeleiding
‘De eerste weken op De Meerwaarde kan ik mij nog goed herinneren. Ik begon met wat invalwerk voor een docent. De eerste les was best wel even spannend, voor mij en voor de leerlingen. Maar het wende enorm snel. Vanaf dag één was er begeleiding. Collega’s hielpen mij bij de lessen en ik kreeg een persoonlijke coach die keek hoeveel begeleiding ik nodig had om met plezier mijn werk te doen. Daarnaast organiseerde de school vijf bijeenkomsten, waarin de vijf rollen van een docent langs werden gelopen. Als laatste had ik nog een teamleider, waar ik al mijn vragen kon stellen. Ondanks dat ik al in de 40 ben, legden ze mij alles rustig uit. Dat zegt wel wat over de school.’
Voortdurend schakelen
‘Als docent Praktijkonderwijs geef ik les in de algemeen vormende vakken. Leuk vind ik dat je niet docent bent van één vak. Zo geef ik onder andere rekenen, spelling, aardrijkskunde en geschiedenis. De uitdaging is om ieder kind verder te brengen. Binnen één klas zijn vaak verschillende niveaus. Wat de één wel snapt, snapt de ander weer niet. Het is voortdurend schakelen, maar dat maakt het werk juist zo leuk.’
Meer dan lesgeven
‘Het mooie van lesgeven op De Meerwaarde vind ik dat je meer voor de leerlingen kunt zijn dan alleen iemand die voor de klas staat. Als docent sta je voor de jongens en meisjes klaar. Het is echt een stukje pedagogiek en zorgen. Ik vind het mooi om een relatie met de leerlingen op te bouwen. Dat ze weten dat als meneer van den Brink er is, dat het goed gaat komen. Al vragen ze iets 100 keer. Samen kijken we ernaar en we stoppen pas als ze het begrijpen.’